Maanden geleden ging ik op zoek naar een fijn vakantieadres aan de Zweedse westkust. Ik ging voor tips onder andere te rade bij Katrien van Touch of Sweden. Zij kent de streek goed. We kwamen terecht bij Lekander, een Bed & Breakfast op het eiland Tjörn, waar we een appartementje huurden voor ons gezin. Voor het gemak boekten we er ontbijt bij, huurden we lakens en lieten we ook de eindschoonmaak aan anderen over. Een vakantie van krap vijf dagen moet wel echt vakantie zijn, vinden we. 😉
Op maandag reden we weg uit Björköby. De reis zou maar een kleine vier uur duren en dat zagen we gelukkig allemaal wel zitten.
Ergens halverwege maakten we een kleine tussenstop. Even de benen strekken, een fikaatje aan de waterkant…
En toen begon het.
Moseo greep naar zijn buik. Hij had pijn. Hemlängtan zei hij met trieste blik. Heimwee dus. Hij wilde toch het liefste naar huis.
Geduldig legden we uit dat we maar een paar daagjes op stap gingen, dat we eigenlijk vlakbij huis bleven en dat het echt leuk zou worden.
Een half uur later viste Yun nog net op tijd een plastic zakje uit haar handtas en deponeerde Moseo er zijn chokladboll en saft in. Het zou het begin zijn van een bewogen week waarin we allevijf wel even in meerdere of mindere mate ziek zouden worden. Aangezien de details verre van smakelijk zijn, bespaar ik ze jullie. 😉
Toch werd het ondanks alles een fijne vakantie!
Maandagnamiddag kwamen we aan op Tjörn. Het weer was heerlijk, de omgeving hier en daar spectaculair. De Westkust is heel anders dan Småland. Veel rotsen, veel water…
We zeiden af en toe aaah en oooh en wauw, maar we kwamen ook al snel tot de conclusie dat Björköby zich niet snel laat verdringen van de eerste plek. 😉
Bij Lekander werden we verwelkomd door Gerda Lekander. En wat schetste onze verbazing? Ze sprak ons aan in vloeiend Nederlands. Ze is 48 jaar geleden in Zweden beland en getrouwd met een Zweed. Haar Nederlands is eerlijk gezegd beter dan dat van onze Moseo. Heel vreemd is dat niet als je bedenkt dat zij als volwassen vrouw naar hier gekomen is. Toch namen we ons ter plekke voor om wat vaker Nederlands met Moseo te praten.
Een paar uur later ontmoetten we Gerda´s dochter, Anso Lekander, tiende generatie van het familiebedrijf. Een ongelooflijk sympathieke madam met veel energie. Dat moet ook wel als je een B&B runt en ook nog de zorg hebt voor een groot aardbeienteeltbedrijf!
Die eerste dag kwamen we tot niets meer. We laadden de auto uit, de zieken kropen al snel in de (bij aankomst al opgemaakte) bedden. De anderen genoten van het uitzicht vanaf het balkon.
Op dinsdagochtend genoten we van een overheerlijk ontbijt. Ziek of niet ziek, dat ontbijt was echt wel fantastisch. Vers gebakken broodjes, meerdere soorten zelfgemaakte sylt, yoghurt, muesli, eitjes… Zo is opstaan heel plezant!
Elke ochtend was er ook iets zoets. Verse wafels, rulltårta… En een vriendelijk woord van Anso die ook gelijk de beste tips voor uitstapjes deelde.
Na het ontbijt reden we naar Klädesholmen, een pittoresk eilandje.
We verwonderden ons over de grote hoeveelheid huisjes die, op een enkele uitzondering na, allemaal wit waren. Blijkbaar zorgt het schitterende uitzicht ervoor dat mensen het niet erg vinden om bovenop elkaar te leven. 🙂
We wandelden zowat het hele eiland rond. Voor de grote trek konden we nergens terecht. We reden dus naar Skärhamn waar we in Fem Knop een hapje gingen eten.
De avonden brachten we door in ons appartementje bij Lekander. We genoten van boeken, boeken en nog eens boeken. We speelden Ticket to Ride met de kinderen. En er was wifi. Erg fijn voor de pubers. 🙂
Op woensdag reden we naar Fjällbacka. Wie alle boeken van Camilla Läckberg gelezen heeft, wil natuurlijk ter plekke zien waar al die verhalen zich afspelen!
We kwamen terecht in een mooi dorpje bij het water. We ontdekten Ingrid Bergman Torg (oftewel het Ingrid Bergman Plein) en kwamen te weten hoe belangrijk Fjällbacka voor haar geweest is.

We beklommen een steile trap die plots ophield. Na die trap werd het klauteren over rotsen en stenen. Het bleek niet te doen te zijn met mijn kapotte knieën. De kinderen wilden natuurlijk wel graag verder. Samen klommen ze naar de top (en ik deed het bijna in mijn broek, gelukkig hebben ze een papa die kordaat besliste dat ze zonder ons mochten klimmen).
Man man man, wat was ik blij toen ik ze weer zag verschijnen!

Daarna aten we een hapje. Heerlijke fish´n chips met zicht op het water. Het leven kan af en toe toch schoon zijn!
In het haventje hing de aankondiging van een viswedstrijd. Deelnemers die willen foefelen, denken daar beter twee keer over na. De straf is niet mals, lees maar: 🙂

Het was een mooie dag, zo heerlijk samen!




Donderdag was alweer de laatste volledige vakantiedag.
Time flies when you´re having fun!
Helaas sloeg het weer ook om. Koud werd het zeker niet, maar de regen viel gestaag uit een grijze hemel. Toch beslisten we om te doen wat we gepland hadden. We namen de overzet naar Stora Dyrön, een eilandje op een kwartiertje varen uit de kust.
De ferry was eigenlijk gewoon een waterbus.

Op het eiland rijden geen auto’s. Toch staat het er tjokvol met huizen. We ontdekten al snel hoe spullen van A naar B gebracht worden. Hier en daar was een elektrisch autootje te zien, maar de meeste dingen worden met karretjes vervoerd.

Ik geef het grif toe, het weer werkte niet echt mee. Misschien moeten we eens teruggaan op een zonnige dag. Het tochtje terug ging ik op het kleine achterdek staan. Moseo hield me graag gezelschap.
En toen was de laatste dag al aangebroken.
We beslisten om niet direct naar huis te rijden maar een tussenstop op Marstrand te maken.
We parkeerden op Koön en wandelden naar het overzetje richting Marstrand. Dit bootje vaart vier keer per uur. In twee of drie minuutjes ben je er al.
Het weer was nog steeds niet zo best. Toch nam de drukte overal toe. Midsommarafton brengt veel mensen op de been.
Op de boot stond ´Lasse-Maja´, en het restaurant in de haven van Marstrand bleek de zelfde naam te dragen. Moseo en ik waren gelijk laaiend enthousiast. Zou dit de woonplaats van Martin Widmark zijn? Moseo houdt van de Lasse&Maja boeken, en ik word helemaal warm vanbinnen wanneer ik zie dat kinderboeken een belangrijke plaats mogen innemen.
Na een stevige wandeling op Marstrand gingen we pizza eten bij Lasse-Maja.
Daar zocht ik even de achtergrond van de naam op.
Geen Lasse en Maja van Martin Widmark dus!
Lasse-Maja is eigenlijk een man die Lars Molin heette. (1785-1845) Hij was een schurk. Al van kindsbeen af was hij niet echt een gezellige jongen. Hij stal alles wat los en vast zat.
Af en toe trok hij de kleren aan van zijn toenmalige vriendin Maja. Ze vond hem er prachtig mee staan. Lang werd gedacht dat hij die kleren droeg om met een andere identiteit diefstallen te plegen. Later bleek dat hij ook graag vrouwenkleren droeg zonder dat hij daarmee de wet wilde overtreden.
Lasse-Maja werd een keer te veel aangehouden. Hij werd opgesloten in de fästning op Marstrand. Daar moest hij zelf voor zijn levensonderhoud zorgen. Hij verdiende geld door verhalen te vertellen. Op een dag werd hij zelfs uitgenodigd op de boot van kroonprins Oskar.
Niet de Lasse en Maja van de kinderboeken dus, maar er zit zeker een verhaal in. 😉
En toen was het tijd om naar huis te gaan.
Erg vonden we dat niet.
Het is fantastisch om samen nieuwe stukjes Zweden te ontdekken.
Het is fantastisch om weer samen thuis te zijn.
Deze slideshow vereist JavaScript.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...